Vanaf het begin van mijn vertelloopbaan heb ik al schrijvend mijn enthousiasme gedeeld over storytelling, in de vorm van (blog)artikelen, lesideeën en (bewerkingen van) verhalen. Inmiddels schrijf ik ook lesbrieven en blogartikelen in opdracht, en werkte ik mee als co-auteur voor de lesmethode Taaljacht van Uitgeverij Zwijsen. Daarnaast geef ik mijn eigen vertelplaten uit voor de kamishibai (Vertelkastje).
Alle verhalen die ik schreef of bewerkte, vind je terug op deze site.
Zoek je een specifieke categorie verhalen? Gebruik dan de tags.
Traditioneel Russisch verhaal
Opa had een groentetuin. Er groeide van alles in die tuin: bonen, tomaten, wortels, aardbeien. Opa was dol op zijn tuin. Elke dag stond hij vroeg op om er te werken, of het nou regende of dat de zon scheen. Hij zaaide, hij wiedde het onkruid, hij plukte groenten die rijp waren en hij gaf water aan de plantjes. En als al het werk was gedaan, ging hij zitten op het bankje en keek tevreden om zich heen. Hij keek naar zijn mooie plantjes en luisterde naar de vogeltjes of naar de bijen die langszoemden.
Sprookje van de gebroeders Grimm
Lang geleden, toen wensen nog hielp, leefde er eens een prinses. Ze woonde in een groot paleis, met daarachter een prachtige tuin die doorliep tot aan de rand van het bos. Wat de prinses het allerliefste deed, was in de tuin spelen met haar bal.
Chinees sprookje
Het is lang geleden in het verre China. De jongen Tchang woont samen met zijn moeder in een hutje aan de oever van een meer. Ze hebben niet veel: ze moeten hard werken op het land voor een beetje eten en er zwemt geen vis in het meer die ze kunnen vangen.
Wanneer Tchang oud genoeg is, besluit hij om op reis te gaan naar de Grote God van het Westen en hem te vragen waarom ze steeds zo hard moeten werken en er maar zo weinig voor terug krijgen? Hij pakt wat proviand in, zegt zijn moeder gedag en gaat op pad.
Japans sprookje
Lang geleden leefden er in Japan eens een boer en zijn vrouw. Ze waren erg arm, en hun kinderen moesten meewerken om te zorgen dat er genoeg te eten was. Alleen de jongste zoon hielp niet mee. Hij was niet sterk en niet echt geschikt voor het boerenwerk. Hij besteedde zijn dag liever met tekenen. Wanneer hij maar de kans kreeg zat hij te tekenen en het bijzondere was dat hij altijd katten tekende: grote katten, kleine katten, dikke katten, dunne katten, nette katten, wilde katten, lieve katten en gemene katten. Overal katten, katten, katten!
Stapelverhaal dat ik leerde van verteller Wim Wolbrink
Er was eens een spin die wou verhuizen. Ze keek eens in het rond en vond een appelboom. Tussen twee takken kon ze mooi een web maken: haar nieuwe huis. Een dunne draad kwam uit het achterste van haar spinnenlijf en ze begon te weven. Eerst op en neer, op en neer, op en neer. En daarna rond en rond en rond. Het web was klaar. Maar... de kleur beviel haar helemaal niet. Gewoon grijs. "Kijk," dacht de spin, "die appel daar, die is mooi rood." En ze riep: "Hé, appel! Hoe kom je aan die mooie rode kleur?"
Vrije vertaling van: "The three butterflies" door Paro Anand (India)
Er waren eens drie broers: Neeli, Peeli en Lali. Het waren vlinders, de mooiste vlinders van het land, en ze waren elkaars beste vrienden. Alles wat ze wisten, hadden ze van hun moeder geleerd. Ze had hen zo veel verteld, "Maar," zei ze, "het allerbelangrijkste is dat je elkaar altijd steunt, vergeet dat nooit.
